maandag 2 maart 2009
Wet zorgvuldig scheiden…
is slechts enkele treden omhoog
De nieuwe wet, bedoeld om het ouderschap na scheiding voort te zetten, is nu van kracht. De katholieke radio omroep geeft Ed Spruijt gelegenheid te doemdenken over gescheiden ouders en hun kinderen. Gelukkig was Wouter Hanhart bereid een transcript te maken van de uitzending, zodat de uitlatingen van Spruijt nu van deskundig commentaar worden voorzien. Laten we reëel zijn, de nieuwe wet bevat slechts enkele van de gewenste verbeteringen. Het gaat er om, te bouwen aan verdere versterking van de positie van gescheiden ouders en hun kinderen en om vooruit te komen.
Eerder was Wouter Hanhart bestuurder bij de stichting Scheiden en Blijvend Ouderschap, het platform Laat Ouders ouder Blijven, het platform SCJF (commissie familierecht) en bij SOS-Papa. Verder doet hij counseling bij ouderschaps kwesties.
Interviewer: Sinds gisteren is er een nieuwe wet van kracht die na een scheiding de omgang met kinderen regelt, maar in de nieuwe wet is met de positie van het kind onvoldoende rekening gehouden, en als dat zo blijft werkt de wet contraproductief voor het welzijn van kinderen van gescheiden ouders. Zo waarschuwt Ed Spruijt, auteur van het boek: Scheidingskinderen.
Bert Kerkhof: De nieuwe wet zorgt er voor dat ouders na een scheiding kunnen blijven zorgen voor hun kinderen, zoals ze ook voor de scheiding al deden. Als het gezin vóór de scheiding ook al in twee woningen woonde, hoeft veelal niet verhuisd te worden. In veel gevallen woont een gezin vóor de scheiding in éen woning en na de scheiding in twee woningen.
Interviewer: Goedemorgen. Wat is eigenlijk precies het probleem?
Ed Spruijt: Het probleem is dat kinderen hebben het meest last van de scheiding, meer gemiddeld dan vaders en moeder en dat er aan de positie van kinderen zoveel mogelijk aandacht moet worden besteed. De nieuwe wet omgangsrecht bij scheiding heeft enerzijds de verplichting van een ouderschapsplan, dat is op zich een goede ontwikkeling, maar dat zal niet gaan werken als er niet veel ondersteunende maatregelen komen.
Bert Kerkhof: Pardon, de wet heet Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. Van belang is dat de afspraken worden nagekomen. Ter ondersteuning dienen er sancties te zijn bij het niet naleven van de afspraken.
Ed Spruijt: We hebben gezien dat sinds de wet op gezamenlijk gezag in 1998 in werking is getreden dat op zich een goede ontwikkeling is, maar dat de ouders dat niet zonder meer kunnen. Ouders moeten veel meer geholpen worden omdat ouders heel veel bezig zijn met hun eigen scheiding, de emotionele problemen. En hun handen vol hebben aan die problematiek en te weinig aandacht hebben, kunnen hebben voor de onmacht van hun kinderen.
Bert Kerkhof: Sinds het in werking treden van de wet op het gezamenlijke gezag in 1998 is het aantal co-ouderschappen verdrievoudigd. Dat is een goede ontwikkeling. Soms kan psychologische hulp voor een vader of moeder helpen. Kinderen kunnen zich vaak gemakkelijk aanpassen. Soms moeten ze naar een nieuwe school en dat is niet gemakkelijk. Het belangrijkste is dat ze geen van hun beide ouders verliezen en toegang houden tot hen beiden. Dat was in het verleden vaak een rechtskundig probleem, dat echter wél oplosbaar is. Dat bewijzen meer en meer gescheiden ouders door in een co-ouderschap te leven.
Ed Spruijt: Als de wet blijft zoals die nu is en niet wordt ondersteund door aanvullende voorzieningen en hulp aan de ouders dan zullen de conflicten tussen de ouders alleen maar toenemen en daardoor zal de situatie voor de kinderen en helaas ook voor vaders en moeders verder verslechteren.
Bert Kerkhof: In de nieuwe wet ligt geen oorzaak voor het toenemen van conflicten tussen de ouders. Dat is uit de lucht gegrepen.
Ed Spruijt: Kort gezegd: een aantal ouders, gelukkig niet allemaal, staan elkaar naar het leven en daar hebben de kinderen last van. En grote groep ouders die er helaas niet uit kunnen komen zal inderdaad doorgaan met conflicten maken met procederen, de ruzies op laten lopen en dat is erg nadelig voor de kinderen. Want als een ding uit onderzoek wel blijkt, dan is de slechtste factor voor kinderen met tip op nummer een, ruzie tussen de ouders, chronische ruzie tussen de ouders en dat moet op de eerste plaats verminderen.
Bert Kerkhof: Dat ouders elkaar naar het leven zouden staan is geen goede samenvatting van het voorafgaande. Er is geen reden om door te gaan met conflicten maken en het laten oplopen van ruzies. Na het afspreken van een ouderschapsplan dat beide ouders ziet staan, kunnen chronische ruzies stoppen. Dan is het voor de kinderen niet nadelig en hebben ze er geen last van.
Interviewer: Ontwikkelingspsychologen hebben mij altijd verteld: wat je ook doet ga niet scheiden, want hoe slecht de situatie ook is: het verlies van je veilige omgeving thuis, van beide rolpatronen, de mannelijke voor de vader en de vrouwelijke voor de moeder, dat is voor de ontwikkeling van zo’n kind desastreus.
Ed Spruijt: de wet kan natuurlijk niet de scheiding verbieden. Dat zou de wet misschien wel willen, althans sommige mensen die de wet maken, maar dat zal in onze samenleving niet meer lukken. We hebben nou eenmaal te maken met scheiding. Dat is inderdaad als je het aan kinderen vraagt niet de beste oplossing. Als je het aan kinderen vraagt dan zeggen zij: mijn ouders kunnen maar beter niet scheiden. En voor kinderen hoeven ouders helemaal niet zo super gelukkig te zijn. Als ze maar redelijk tevreden zijn is dat voor kinderen goed. Maar goed, ouders spelen ook een rol en zij mogen ook beslissen wat zij met hun leven aan willen, en in deze tijd is het nou eenmaal zo dat een groot gedeelte van de ouders wil scheiden. En dan is de volgende stap: hoe doe je dat zo goed mogelijk? Hoe hou je zoveel mogelijk het belang van het kind en de toekomst van het kind in het oog.
Bert Kerkhof: Precies, dat werd in het verleden vaak vergeten. Vaak stonden omstanders klaar om scheidende ouders en hun kinderen te besmeuren met pek en veren en werden hen verwensingen nageroepen die niet veel goeds voorspelden. Beide ouders werden gestraft door hen het gezamenlijke ouderschap te ontnemen, alleen omdat de ouders geen sex meer met elkaar wilden beleven. Die tijden zijn voorgoed voorbij
Ed Spruijt: Want uit onderzoek blijkt maar steeds weer dat kinderen behoorlijk wat negatieve gevolgen, gemiddeld, niet allemaal, gemiddeld ondervinden van scheiding, zowel op korte termijn, de ontwikkeling van meer problemen, meer depressiviteit of agressief gedrag, of riskante gewoonten.
Bert Kerkhof: Genetisch hebben gescheiden kinderen dezelfde mogelijkheden als vóor de scheiding. Van belang is hoe de omgeving en instanties reageren op gescheiden ouders en de kinderen. Als de omgevingsfactoren dezelfde blijven als vóor de scheiding, hoeven geen problemen te ontstaan.
Ed Spruijt: Maar eigenlijk ook, en dat is nog erger, op langere termijn: ze scheiden zelf 2 of 3x zo vaak, ze maken meer gebruik van medische voorzieningen in het volwassen leven, ze bereiken een minder hoog opleidingsniveau, en daardoor ook een minder hoog beroepsniveau, zodat die scheiding van die ouders, gemiddeld genomen een rol blijft spelen. En dat is erg nadelig voor kinderen natuurlijk.
Bert Kerkhof: Onderzoeksresultaten uit het grauwe verleden geven niet de resultaten van de toekomst. Discriminatie door traditionele opvattingen over huwelijkse moraal en verkeerde verwachtingen van gescheiden kinderen kunnen nog een rol spelen. Veel moet bijgesteld worden en dat gaat bij sommige bevolkingsgroepen langzamer dan bij anderen. Inderdaad is dat nadelig en we moeten daarom het uit elkaar gaan van ouders in het juiste perspectief leren zien ten behoeve van de kinderen.
Interviewer: en dan is er nu die nieuwe wet die ervoor moet zorgen dat vaders en moeders gelijkelijk of in ieder geval een evenredig aandeel in de opvoeding van het kind voor hun rekening moeten nemen, en u zegt net, als we daar geen ondersteunende, geen extra ondersteunende maatregelen bij maken, dan heeft die wet geen kans van slagen.
Ed Spruijt: Precies. Er zijn globaal twee dingen in die wet, natuurlijk nog meer, maar dat maakt het even heel ingewikkeld, maar de hoofdzaak van de wet is het eigenlijk verplichte ouderschapsplan, en meer het accent op gelijkwaardigheid, recht en plicht tot omgang van beide ouders na de scheiding. Als aanvullende maatregelen moet je in elk geval moet je regelen dat het overal mogelijk is dat ouders moeten kunnen leren of hulp kunnen krijgen bij het maken van het ouderschapsplan. Gelukkig is er in die regeringsstukken aandacht voor die centra voor jeugd en gezin. Die worden overal in elke plaats en elke wijk opgericht. Daar zou heel nadrukkelijk meer aandacht worden besteed aan hulp voor ouders om dat ouderschapsplan te maken. En, dat is ook een belangrijk punt, dat accent op die gelijkwaardigheid van de vader en de moeder na de scheiding, dat is wel een mooi theoretisch uitgangspunt, maar dat moet je natuurlijk concreet maken. En enerzijds willen natuurlijk vaders, terecht en begrijpelijk omgang met hun, kinderen, en wel evenveel tijd als de moeder en daarover gaan ze vechten en procederen. Nou, het belangrijkste is dat die ouders hun ruzie leren beheersen, dat is essentieel voor kinderen.
Interviewer: moeten ze dan met zijn allen naar de psycholoog?
Nou, ze moeten eerst proberen er samen uit te komen, dan moeten ze in mijn visie als ze er niet uitkomen (als ze er samen uitkomen is het natuurlijk prima, als ze samen een plan voorleggen aan de rechter: uitstekend.)
Interviewer: Maar er zijn ook echtscheidingen die tot stand komen met vliegend servies en slaande deuren…
Ed Spruijt: Natuurlijk, dus, je moet naar de rechter als je wilt scheiden en de rechter kan een oordeel vellen, ofwel, als hij of zij denkt dat de positie van de kinderen in het gedrag komt een advies van de Raad voor de Kinderbescherming vragen, of hij kan, en dat zal, end at zou veel meer moeten vind ik, de twistende partijen naar een conflictbeheerser sturen. Een deskundige die verstand heeft van conflicten oplossen, want dan blijkt uit onderzoek elke keer weer, dat dat wel degelijk kan helpen. Natuurlijk niet elke scheiding wordt daardoor ideaal, maar mensen kunnen dan beter in staat worden gesteld om afspraken te maken over de kinderen, end at is belangrijk want, hoe je het ook wend of keert, want als ouders het samen eens zijn over de scheiding, wat ze ook afspreken voor de kinderen, dan zijn kinderen daar tevreden over.
Interviewer: dus u zegt eigenlijk, resumerend: beter niet scheiden, want kinderen zitten daar niet op te wachten, maar als je het al doet, zorg dan dat dat met zo min mogelijk ruzie gepaard gaat, zodat die kinderen een beetje rustig kunnen opgroeien.
Ed Spruijt: Dat en, ondersteun natuurlijk ook de kinderen, want voor de kinderen is betrekkelijk weinig aandacht nog, als je terugkijkt, bijvoorbeeld er ontstaan overal in het land die programma’s die kinderen kunnen helpen om de echtscheiding van hun ouders te verwerken. Die zijn nog maar in ene vrij beperkt aantal plaatsen in het land beschikbaar, hoewel de programma’s liggen klaar, die kunnen overal worden ingevoerd, laagdrempelig, op scholen. De overheid zou er veel meer aan moeten doen om dat te stimuleren, want dat zou kinderen echt helpen.
Interviewer: en anders is deze wet niet goed uitgevoerd.
Ed Spruijt: niet goed genoeg in ieder geval, want anders krijgen we over tien jaar weer dezelfde cijfers als over de wet van 1998, een mooie poging, maar helaas, de situatie is er niet beter op geworden.
L. Koppenol
Al jarenlang werden omgangsfrustrerende moeders meest niet aangepakt, en eindelijk zijn dan nu twee moeders veroordeeld inzake onttrekken aan het gezag. Hebben een -werkstraf gekregen- En dat terwijl deskundigen en ook overheid en rechters weten van het feit dat deze vervreemding van vaders gepleegd door meest moeders een misdrijf oplevert te weten letterlijke psychische kindermishandeling c.q. erger.
Overigens voorziet deze wet NIET in alle ongeregistreerde partnerschappen met kind of kinderen in scheiding. Dat is NIET goed en in dat geval heeft de heer Spruijt gelijk. Vermits de rechters daar rekening mee (wensen te) houden tenminste. NU is het zo dat moeders klakkeloos en zonder enige reden in realiteit de juridische erkenning door vaders kunnen weigeren. Waardoor zelfs bij geboorte al of daarvoor bedrog aangetoond wen wel doorgang kon en kan vinden. Vele kinderen werden zo de afstamming onterecht afgenomen (streepje als vader nota bene) en dat is ook een misdrijf in strafrecht waaraan NIETS werd gedaan.
Geachte Tweede Kamer. Verduistering van staat werd zelden of nooit bestraft. En de moeders die dat pleegden dat strafbare feit ook niet. Een meldplicht inzake kindermishandeling was er niet voor hulpverlening ggz ook niet zelfs waardoor in zaken met borderline moeders (meest moeders) niets werd ondernomen door rechters ook inzake familierecht, want kenmerkend is dat deze mensen hun eigen partner bedriegen, beliegen, verhalen verdraaien, en zelfs valse verklaringen gingen gewoonweg door. Bij politie die terugverwees naar de Riagg bijvoorbeeld waar dan deze vrouwen in -behandeling- zitten of zaten. Hoe vreselijk de gevolgen van deze verzwijging van handelen en wandelen van deze dames zijn kan men dagelijks constateren in de vorm van letterlijke vervreemding zoals gezegd (pas syndroom en stoornissen) bij kinderen en vele vaders konden naar hun kind gaan zoeken. ONDANKS dat de raad kinderbescherming wist en weet van deze goed bestudeerde materie door Gardner in eerste instantie.
Dat is al een schande op zich en een afgang voor de kinderrechten in dit land. Hoog tijd dat die overheid en familierecht al die zaken doorlicht en aanpakt. In belang van het kind met recht op beide eigen ouders getrouwd of niet doet niet ter zake.
Drs. Peter Tromp (pedagoog, Vaderkenniscentrum)
De heer Spruijt verwoord hier weer vooral de belangen van de Raad voor de Kinderbescherming waaraan hij in al zijn activiteiten zo nauw verbonden blijkt.
De kinderbescherming heeft als adviseur van de scheidingsrechter haar boterhammen de afgelopen decennia vooral verdiend met het schrijven van tienduizenden rapportjes van bedenkelijk kwalitatief gehalte over de omgang met, het verblijf van en de zorg voor de kinderen. De Kinderbescherming heeft in deze civiele adviestaak aan de scheidingsrechter echter geen enkele bijdrage weten te leveren aan de wenselijkheid om na de scheiding beide ouders betrokken te houden in het leven van de kinderen.
Het is juist de Raad geweest die de afgelopen decennia door haar willekeurige keuzes en optreden de conflicten tussen scheidende ouders enorm heeft aangewakkerd en versterkt, bijvoorbeeld door een van de beide ouders, meestal de vader, op willekeurige gronden buitenspel te zetten en helemaal niets te doen aan het oplossen van gerezen verschillen tussen de ouders.
De raad vreest nu kennelijk om in de nieuwe scheidingswet loon naar eigen werken te krijgen en in het scheidingsrecht gemarginaliseerd te geraken.
In plaats van het vragen van een van de spreekwoordelijk discriminerende adviesrapportjes van de kinderbescherming, zal de scheidingsrechter in verband met:
- Het nu in de nieuwe wet ingevoerde uitgangspunt van gelijkwaardig ouderschap na scheiding,
- De nu ingevoerde verplichting voor de beide ouders om de band van de kinderen met de andere ouder te bevorderen, en
- De nu ingevoerde verplichting tot het opstellen van een ouderschapsplan tussen de beide scheidende ouders,
immers de voorkeur geven aan het sturen van de ouders naar een bemiddelaar of mediator voor het opstellen van een gezamenlijk ouderschapsplan indien zij in eerste aanleg niet samen tot het nu vereiste ouderschapsplan met afspraken over de onderlinge verdeling van zorgtaken na de scheiding kunnen komen.
De raad die de afgelopen decennia met haar adviserende rapportages juist medeveroorzaker is geweest van de vele conflicten over de scheiding, werpt zich daarom nu uit angst voor omzetverlies bij monde van woordvoerder Spruijt ineens op als de grote conflictbeheerser die onmisbaar zou zijn.
Deze oproep van Spruijt namens de Raad is echter op zijn minst uiterst ongeloofwaardig.
Het opnieuw betrekken van de Raad voor de Kinderbescherming bij de op te stellen ouderschapsplannen, draagt immers bijna de garantie in zich dat geschillen tussen de ouders over de kinderen niet opgelost, maar juist uitvergroot en verder aangewakkerd zullen worden. De geschiedenis van de afgelopen bemoeienis van de Raad heeft dat ondubbelzinnig bewezen.
De Raad voor de Kinderbescherming en de aan haar gelieerde lokale Centra voor Jeugd en Gezin kunnen in nieuwe activiteiten bij scheidingen rond het op te stellen ouderschapsplan tussen de scheidende ouders daarom vooral gemist worden als kiespijn.
Marleen Valkenburg
Ik ben van mening dat deze wet zeker een doorbraak is voor het bestendigen van de omgang. Kinderen die al langer hun ouder moeten missen en al zover beinvloed zijn, zoals wij hebben met mijn man zijn dochter. Daar ben ik bang voor dat het te traumatisch zou zijn voor het kind. Maar het moet gewoon duidelijk zijn en worden dat het fout is een kind bij een liefhebbende ouder weg te houden. Dus goede afspraken en ze naleven en anders consequenties voor de frustrerende ouder. Dat is toch ook duidelijk voor een kind. Je kan ze willen beschermen voor alles, maar op later termijn zijn de gevolgen heel vaak niet te overzien. Ik ben het er zeker mee eens dat de overheid een belangrijk punt laat liggen, en dat is informatie. Informatie in openbare ruimtes, scholen, bibliotheken enzovoort. Het moet zeg maar maatschappelijk niet meer geaccepteerd worden dat oudervervreemding voorkomt!!
Uitzending van KRO Goedemorgen Nederland Radio, 2 maart 2009
Labels: 20eEeuw













