donderdag 31 juli 2008
Vaderverstoting in nederland
Het onderwerp van onderzoek naar loyaliteitsproblemen bij jongeren (bij gezinnen die onlangs gescheiden zijn) sprak mij aan. Omtrent dit probleem bestaat nog onwetendheid op zowel wetenschappelijk als maatschappelijk domein. Zodoende levert mijn onderzoek een zekere bijdrage aan wetenschap, hetgeen mij gedrevener en nieuwsgierig maakte.
Esma Kaplan
Lees het volledige rapport
Loyaliteitsproblemen bij jongeren.pdf. Daarnaast is een franstalig schrijven verschenen: eerste goedkeuring proefschrift ouderverstoting.
Conclusies
- 72% van nederlandse gescheiden vaders beschouwt vadervervreemding als een probleem.
- 64% van nederlandse gescheiden moeders beschouwt vadervervreemding als een probleem.
- Vaders beschouwen ernstige vormen van vadervervreemding bij jongeren als een twee keer zo groot probleem als gehuwde moeders.
- Het in dit onderzoek gevonden hoge aantal ernstige vormen van vadervervreemding is tegenstrijdig met eerdere bevindingen van Ed Spruijt c.s. (2005), waaruit naar voren zou komen dat vadervervreemding bij jongeren wel voorkomt in nederland, maar de ernstige vorm niet of nauwelijks.
Functioneren van jongeren
Er is nog verbazend weinig bekend over de kinderen die een van hun ouders verstoten (Baker, 2005). In het onderzoek van Johnston, Walters en Olesen (2005) naar het psychologische functioneren van vervreemde kinderen komen interessante bevindingen naar voren. Kinderen die hun moeder of vader afwijzen hebben volgens ouders significant meer gedragsproblemen (Johnston en anderen, 2005). Ze hebben meer depressieve gevoelens, teruggetrokken gedrag, somatische klachten en zijn meer agressief. Een opvallende bevinding was dat ouders die verstoten zijn minder problemen constateren vergeleken met de niet verstootte ouder (Johnston en anderen 2005).
Verder blijkt uit het onderzoek dat kinderen die vervreemd zijn van hun vader vaker onnauwkeurig zijn en onlogisch redeneren. Deze kinderen hebben gebrekkige oplossingsvaardigheden vergeleken met niet vervreemde kinderen, waardoor ze bij het oplossen van problemen hulp gaan zoeken bij anderen (Johnston en anderen, 2005). Dat éen van de ouders emotioneel niet beschikbaar is leidt bij deze kinderen tot stress. Er zijn ook aanwijzingen dat kinderen die vervreemd zijn van hun vader hun emoties vaak onderdrukken. Deze kinderen ondervinden overigens vaak intense gevoelens (Johnston en anderen, 2005). Kinderen die vervreemd zijn van hun moeder hebben een zeer sterk gevoel van eigenwaarde en zijn meer geneigd tot narcisme in tegenstelling tot kinderen die vervreemd zijn van hun vader (Johnston en anderen, 2005).
Uit een onderzoek van Baker (2005) waarin 38 volwassenen werden geïnterviewd die als kind een ouder hebben verstoten, komen zeven hoofddomeinen van functioneren naar voren welke beïnvloed zijn door het beleven van vadervervreemding. De meeste participanten lijden aan lage zelfwaardering, gebrek aan (zelf)vertrouwen, depressie, drugs en/of alcohol misbruik, verstoting door eigen kinderen en scheiding. Het onderzoek schrijft een lage zelfwaardering toe aan het internaliseren van haat jegens de slachtoffer ouder. Het kind voelt dat de ‘slechte’ ouder een deel van hem/haar is waardoor het denkt dat zij/hij ook ‘slecht’ moet zijn. De afwijzing van de slachtoffer ouder door de programmerende ouder wordt door het kind ervaren als afwijzing van het deel van het kind dat op de slachtoffer ouder lijkt, zoals fysiek en karakter. Dit fenomeen is vooral terug te zien bij kinderen die de ouder verstoten van dezelfde sekse. Bovendien vertelt de programmerende ouder het kind vaak dat de andere ouder het kind niet wil en niet van hem houdt, waardoor het kind zelf-haat ontwikkelt (Baker, 2005). Ondanks de verstoting kan het kind verlies ervaren, waardoor gevoelens van depressie kunnen optreden. Ten einde aan gevoelens van pijn en verlies te ontsnappen, is de kans groot dat deze kinderen later in hun leven ernstige problemen met drugs en/of alcohol krijgen (Baker, 2005).
Zelfvertrouwen en vertrouwen in anderen is een belangrijk thema in het onderzoek van Baker (2005). Zo hebben vrouwen problemen met het vertrouwen van een man, omdat zij al een slechte ervaring hebben gehad met de eerste man (vader) in hun leven. Verder is de kans groot dat kinderen die hun ouders hebben verstoten later door hun eigen kinderen verstoten worden. Beweerd wordt dat de programmerende ouders zelf een conflictueuze en/of een slechte relatie hadden met hun eigen ouders (Baker, 2005). Bij degenen die in hun jeugd een ouder hebben verstoten, liggen de echtscheidingscijfers boven het gemiddelde. Andere effecten van vadervervreemding die door een aantal participanten werden genoemd zijn: problemen met identiteit, geen kinderen willen uit angst voor afwijzing, weinig succeservaringen, boosheid over de verloren tijd met de verstoten ouder (Baker, 2005).
Samenvatting
In deze studie wordt meer kennis verkregen over vadervervreemding. Er is onderzocht in hoeverre vadervervreemding voorkomt in nederland, wat de kenmerken van vadervervreemding zijn en de gevolgen voor het functioneren van de jongere. Voor deze studie zijn data van eerdere onderzoeken is gebruikt.
De scheidingsgezinnen in deze onderzoeken zijn verkregen in het kader van het onderzoek “gezinnen en scheiding” uitgevoerd door Inge van der Valk en in het kader van het onderzoek “Jongeren en gezinnen” van Ed Spruijt. Het onderzoek is gedaan onder 400 jongeren en 159 ouders.
Uit de resultaten blijkt dat vadervervreemding in nederland voorkomt. De ernstige vorm van loyaliteitsproblemen komt volgens vaders twee keer zo vaak voor dan volgens moeders. Zowel conflicten vóor en ná scheiding als de mate van betrokkenheid van ouders zijn belangrijke kenmerken van vadervervreemding. Zo leiden conflicten tussen ouders tot loyaliteitsproblemen bij het kind, waarbij meisjes meer last hebben van conflicten vóor de scheiding in tegenstelling tot jongens. De mate van betrokkenheid hangt samen met hoezeer ouders zich vervreemd voelen. Wanneer de mate van betrokkenheid van de moeder hoog is leidt dit tot minder loyaliteitsproblemen bij de jongere. Loyaliteitsproblemen bij jongens leiden tot een laag algemeen welbevinden en tot angst. Ook bij meisjes leiden loyaliteitproblemen tot een laag algemeen welbevinden en angst. Bovendien hebben meisjes met loyaliteitsproblemen een lage zelfwaardering en is er meer kans op depressie.
Resultaten
“De resultaten laten zien dat loyaliteitsproblemen voorkomen in nederland, slechts 36% van de moeders en 28% van de vaders vinden dat géen sprake is van loyaliteitsproblemen. De milde vorm van loyaliteitsproblemen komt het vaakst voor bij zowel vaders (45%) als bij moeders (49%). De matige vorm komt volgens vaders in 6% van de gevallen voor en volgens moeders in 5% van de gevallen. In 21% van de gevallen komt volgens vaders de ernstige vorm voor en volgens moeders in 10% van de gevallen.”
“Uit de resultaten blijkt dat de mate van vadervervreemding volgens vaders in 45% van de gevallen mild, 6% matig en in 21% van de gevallen ernstig te noemen is. Daarentegen geven 28% van de vaders aan dat er geen sprake is van vadervervreemding. Volgens moeders betreft het in 49% van de gevallen een milde vorm, 5% matig en 10% een ernstige vorm. 36% van de moeders vindt dat er geen sprake is van loyaliteitsproblemen.
Tegenstrijdigheden en verstrekte data
Deze resultaten lijken tegenstrijdig met de bevindingen van het onderzoek van Ed Spruijt en zijn collega’s (2005). Volgens dat onderzoek komen loyaliteitsproblemen bij jongeren wél voor in nederland, maar de érnstige vorm niet of nauwelijks. Het hoge percentage van de ernstige vorm van vadervervreemding kan mogelijk verklaard worden doordat Spruijt alleen onderzoek deed naar recente scheidingsgezinnen. De verwachting is dat voor álle scheidingsgezinnen de ernstige vorm vaker voorkomt. Immers, naarmate de kinderen langer vervreemd zijn, al vaker ouderverstoting optreden.
Motown
Labels: Wetenschap













